Grijpfuncties van de Intelligente aanwijzer instellen
Grijpopties van de intelligente aanwijzer worden bediend door de grijpopties in de statusbalk. Deze knoppen laten je de methodes voor grijpen af te stemmen op de tekenopdracht die je uitvoert. Klik op een knop om de overeenkomstige grijpfunctie aan of uit te schakelen. Via het menu rechts bepaal je welke scherminformatie je wilt zien tijdens het tekenen.
De grijpopties zijn standaard vastgezet op de weergavebalk; als het niet is vastgezet, wordt het aan de rechterzijde van de statusbalk weergegeven, onderaan het scherm.
Klik op een icoon hieronder om de helppagina voor die grijpfunctie te openen.
De meeste grijpfuncties zijn geschikt voor gebruik in zowel 2D- als 3D-aanzichten. Uitzonderingen hierop zijn Tangentieel rakend (alleen in 2D) en Grijp naar werkvlak (alleen in 3D).
Je kan werken met één specifieke grijpfunctie of met een combinatie van verschillende grijpfuncties om precies en nauwkeurig te tekenen. Selecteer bijvoorbeeld Grijp naar object en Grijp naar grid om punten te vinden die zowel op een object liggen als op een lijn van het grid. Je kan het grijpen ook combineren met gegevens die je invoert in de coördinatenbalk om een specifiek grijppunt te vinden langs een bepaalde zone in de tekening.
De meeste grijpfuncties hebben bijkomende opties die tevoorschijn komen door op de overeenkomstige knop te dubbelklikken, rechtsklikken of door de knop ingedrukt te houden. Deze instellingen worden grotendeels gezien als programma-instellingen, omdat ze van toepassing zijn op elk bestand dat je opent in Vectorworks. Sommige instellingen (met name de afmetingen van het grid, de alternatieve hoek van de verlengingslijnen, het nulpunt en de zwevende zijde alsook de instellingen voor de categorie grijp naar afstand) zijn eerder documentinstellingen en worden bewaard in het document zelf. Andere grijpfuncties hebben geen bijkomende opties en kan je slechts aan- of uitschakelen.
Dubbelklik dubbelklikken met de sneltoets voor grijpen, of klik en houd ingedrukt grijpgereedschappen hebben een pijl in de rechteronderhoek om een menu te openen met instellingen voor dat grijptype. Klik op de uiterst rechts knop Grijpopties om het menu ‘Algemene grijpopties’ te openen. Klik langs het menu om de opties weer te sluiten.
Tijdens het tekenen is het mogelijk om de grijpopties tijdelijk te onderbreken. Klik op de knop Grijpen tijdelijk onderbreken om de grijpfuncties aan of uit te zetten. Wanneer het grijpen onderbroken is, worden de gereedschap iconen in het grijs weergegeven. De instellingen voor het grijpen, inclusief welke functies aan en uitstaan, worden onthouden en hersteld wanneer je de onderbreking opheft. ‘Grijpen tijdelijk onderbreken’ is een globale instelling die van toepassing is op alle geopende documenten in je huidige Vectorworks-sessie, maar de instelling wordt niet bewaard voor een volgende sessie.
Als je het grijpen slechts kortstondig wilt onderbreken, kan je de sneltoets van deze functie ingedrukt houden. Standaard is dit de ù-toets (AZERTY) of ´-toets (QWERTY). Druk 2x kort na elkaar op deze toets om de onderbreking langer aan te houden. Je kan deze sneltoets wijzigen in het dialoogvenster ‘Bewerk werkomgeving’ (zie Speciale sneltoetsen bewerken).
Om de grijpfuncties in te stellen en te activeren:
Klik op Grijpopties rechtsonderaan in de Statusbalk. Hiermee open je het menu met Algemene grijpopties; dit zijn parameters die niet gelinkt zijn aan één bepaalde grijpfunctie.
Dubbelklik, klik tweemaal snel op de sneltoets voor grijpen, of klik en houd een gereedschap ingedrukt in de grijpset om de instellingen te openen voor dat grijptype, en stel de parameters in voor dat gereedschap. Sommige grijpfuncties hebben geen bijkomende instellingen.
De algemene grijpopties alsook de specifieke instellingen zijn beschreven in onderstaande secties van de help.
Klik op een grijpfunctie-knop om de overeenkomstige grijpfunctie aan of uit te schakelen.
De sneltoetsen voor de grijpfuncties kan je instellen via Extra > Bewerk werkomgeving (zie Speciale sneltoetsen bewerken).
Voor verschillende tekentaken zijn verschillende combinaties van grijpfuncties en grijpinstellingen nodig. Selecteer het commando Extra > Kenmerken op maat om op eenvoudige wijze een script te creêren met de huidige grijpopties en actieve grijpfuncties. Voer het script uit door erop te dubbelklikken in het Hulpbronnenbeheer. Op die manier creëer je snel en eenvoudig de gewenste omstandigheden voor een bepaalde tekentaak. Zie Scripts voor Kenmerken op maat creëren voor meer informatie hierover.
Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.